Gedurende twee jaar liep ik met beugels om mijn benen, zat ik in een rolstoel en had ik een bed in de woonkamer. Ik moest dag en nacht de beugel dragen en had vaak pijn.
Toch was ik een vrolijk en ondernemend kind. Ik ging schaatsen, klom in bomen en rende de meeste kinderen in mijn klas eruit. Ik heb zelfs in de krant gestaan omdat ik zo ondernemend was. Op negenjarige leeftijd kreeg ik alsnog een heftige operatie van 8 à 9 uur en verbleef ik nog twee maanden in het ziekenhuis om te herstellen.
Ik was daardoor weinig tot bijna niet op school en werd gepest. Er was weinig veiligheid en stabiliteit thuis. Vanaf mijn twaalfde jaar ben ik meer dan 25 keer verhuisd, en zat ik met mijn moeder zelfs in een Blijf van m’n Lijf huis. Ik groeide op in een strenggelovig gezin met veel regels en beperkingen.
Niet echt een ideale jeugd met veel ongelukkige momenten wat zeker niet makkelijk was. Toch was ik veerkrachtig en had ik altijd mijn woordje klaar.
Ik zette door ondanks alle omstandigheden.
Wat ben ik trots op dat dappere kleine meisje!
Ik ben blij met alles wat ik heb meegemaakt en zie het als een cadeautje, wat mij gemaakt heeft tot wie ik nu ben.